Zo, de jaarlijkse hoogmis van het lichte lied zit er weer op. Nu ja, zo licht vond ik sommige inzendingen niet. Zoals zo dikwijls won een liedje dat me eerst totaal niet aansprak. Ik moet toegeven dat mijn gevoel veranderde nadat ik 'Toy' enkele keren hoorde en eens ik dan ook nog de tekst wat kon plaatsen werden we vriendjes. Het liedje en ikzelf bedoel ik, de zangeres spreekt me minder aan, al heb ik veel respect voor de energie waarmee ze zich smijt. Het lijkt me een vrouw met als lijfspreuk: 'Dat ze babbelen dat ze zweten, dan hebben ze gene kou'. Zo iemand die betreurt dat in het woord emancipatie het drieletterwoord 'man' zit. Ge hebt gelijk Netta: ge zijt geen speelgoedje. Overigens, Mattel heeft daar geen geschikte doos voor. Oei, nu krijg ik zeker alle #metoo fans over mij heen.
Muziek is trouwens heel belangrijk in mijn leven. Het hoort bij de zaken die ik absoluut zou meenemen naar een onbewoond eiland. Daar zou dan wel electriciteit en een stopcontact voor het opladen van mijn I-pad moeten zijn. Het zelf produceren van muziek is immers niet aan mij besteed, niet via een instrument, niet via mijn stem. Ik deed als kind eens auditie bij het knapenkoor in het college en kreeg prompt de raad om te gaan... basketbal spelen. Niet onbelangrijk weetje: in de turnles, waar we opgesteld werden van klein naar groot, stond ik op de eerste rij. Subtiel waren ze wel, begreep ik achteraf.
Zingen is dus niet iets waar ik medemensen blij mee kan maken. Het is een talent dat vooraan op mijn tong blijven hangen is, in plaats van zich iets meer naar achter in mijn stembanden te nestelen. Even diplomatisch als op school verwoordde moeder zaliger in mijn jaren als katholiek opgevoede jong volwassene het als volgt: 'Hubert jongen, vergeet niet voor het zingen de kerk uit te gaan'. Ik heb niet altijd naar haar geluisterd moet ik toegeven. Maar het voelt goed om op deze moederdag toch weer eventjes aan haar te denken.